Hierbij het 1e deel van een nieuwe column van Gerard, over het beleggen in wintertijd.
Beleggen doet ieder voor zich om verschillende redenen maar het doel blijft gelijk, je kapitaal doorschuiven naar de toekomst. Op deze site zijn we natuurlijk allemaal beleggers, anders kom je hier niet.
In Kondratieff lente en herfst is beleggen niet zo moeilijk. Dan is het bijna onmogelijk geld te verliezen met beleggen. Zelfs een spaarrekening levert dan nog vermogensgroei op. Maar beleggen in een Kondratieff wintertijd is anders. Wintertijd staat gelijk aan “Grote depressie” en “schuldencrisis”. Een periode in de 80-jarige economische cyclus waarin de schulden te hoog zijn opgelopen om af te lossen. Dit werd in het verleden altijd gevolgd door een eindfase waarop een totale reset van de economie volgde. De laatste was in 1949. Deze winter was in 2008 begonnen en deze fase zal zo’n 20 jaar duren en toont steeds andere problemen en gezichten. Naast sociale onrust, werkeloosheid, armoede, politieke veranderingen, vaak ook oorlog, blijft altijd de rode draad zichtbaar, “schulden”.
Hoe moet je nu beleggen met zulke zwarte vooruitzichten?
95% van de particuliere beleggers verliest geld in deze periode is uit vele onderzoeken gebleken. Terwijl vooral banken al die verliezen gewoon van de beursvloer opdweilen en megawinsten maken. Wat doet de particuliere belegger verkeerd en hoe moet het dan wel? Welke rol speelt goud en zilver hierin? Had je alleen in goud en zilver belegd het afgelopen jaar, dan kijk je nu aan tegen megaverliezen. Had je belegd in dividendaandelen zoals Disney, Coca Cola of Colgate, dan had je megawinsten geboekt het afgelopen jaar. Maar hoe weet je dat van tevoren? Dit kun je niet weten. Toch is er een eenvoudige manier om automatisch en op tijd hier in te stappen. Je houd een “gewogen” portfolio aan. Een spreiding waarin alle sectoren aanwezig zijn en waarin je probeert alle sectoren even groot te houden.
Als voorbeeld: Stel dat je in de sector mijnbouw en consument en media had belegd ieder voor 50%. Je zou dan maandelijks streven naar die 50% evenwicht. Dan had je vorig jaar automatisch je mijnaandelen ingewisseld voor o.a. DIS, KO, CL, AMZN, enz. Ook dan had je bijna onmogelijk kunnen verliezen. We staan nu misschien kort aan het punt dat je DIS, KO of CL weer zou moeten inwisselen voor zilvermijnaandelen. Maar dat weten we niet zeker. De “gewogen” portfolio wijst je automatisch de weg. Een gewogen portfolio is niet anders dan een weegschaal die je in evenwicht houdt. Een belangrijk punt hierbij is dat je nooit winst moet nemen. Winsten laat je lekker doorlopen. Je moet alleen de verliezen beperken. De hele financiële wereld is een grote weegschaal. Ga daar dan ook lekker in mee. Als bijvoorbeeld de grondstoffensector op z’n dieptepunt ligt, dan kan het alleen maar omhoog ten koste van een andere sector. De gewogen portfolio leidt je daar automatisch naar toe.
Maar op dit systeem van aandelenbeleggen en hoe verliezen afdekken kom ik in een volgend deel nog op terug.
Voordat je in aandelen belegt is het aan te bevelen eerst te kijken naar de “gewogen” totale portfolio. Dan komen we bij de permanente portfolio van Harry Browne. Dit houdt in dat je het totale vermogen verdeeld over vier activa van elk 25%. Dit zijn aandelen, obligaties, cash geld en fysiek goud en zilver. Maandelijks ga je deze vier activa steeds weer opnieuw in evenwicht brengen. Deze weegschaal werkt op dezelfde manier als hierboven omschreven in de aandelensectoren. Kijk voor meer informatie eens op de site www.marcdemesel.be. Deze site laat je ook zien dat dit werkt!
Marc Faber hamert ook altijd op deze methode. Alleen vervangt hij obligaties voor “real estate”, je eigen huis dus. Daar ben ik het wel mee eens want wie koopt nu nog Duitse staatsleningen voor 10+ jaar voor 1,2%? En bedrijfsobligaties zie ik in deze tijd ook niet zo zitten.
Hieronder kort de verschillende vier activa waarbij ik ook het eigen huis heb gezet als belegging indien je dit in de plaats van obligatie zou willen zetten. Ieders persoonlijke situatie zit natuurlijk anders in elkaar.
Cash geld
Cash heeft op een spaarrekening heel wat meer opgeleverd dan bijvoorbeeld de AEX waarop je vanaf 2000 50% verlies zou hebben geboekt. Zelf heb ik cash vooral zitten in US, Canadese en Australische dollars in de Forex. Helaas vorig ook in Zwitserse Franc, dus helemaal risicovrij is dit natuurlijk ook niet. Daarnaast heb ik ook wat cash op een spaarrekening staan, want ik moet ook ergens van leven.
Obligaties
Rechtstreeks in staatsleningen beleggen is als particulier vaak niet mogelijk. Soms kan het wel via de bank. Rabobank heeft hiervoor o.a. ledencertificaten, maar zo heeft elke bank wel iets. Bijna altijd zijn obligaties achtergesteld (vallen buiten het garantiestelsel). Beter is dit deel te beleggen in obligatie-ETF’s. En dan bij voorkeur de BRIC landen die nog gezonde schulden hebben. Een van de beste vind ik PCY van Proshares, maar er zijn meerdere. Met EXX6 beleg je in langlopende Duitse staatsleningen. Rendement is minimaal, maar het risico ook (voorlopig). Een beetje spreiding moet je hier ook wel aanhouden. Met obligaties moet je vooral denken aan 15+, of liever nog, 20+. Hierop zijn veel hogere koerswinsten te behalen. Winsten van 30% of meer in korte tijd zijn ook voor langlopende obligaties geen uitzondering. Alleen moet je 20+ obligaties kopen wanneer de rente hoog staat. Bij daling van de rente stijgt dan de koers. Bij de huidige rentestand kan je onmogelijk nog winst verwachten.
Eigen huis
Beleggen in je eigen huis is misschien wel het meest veilig en winstgevend, zoals ook Marc Faber steeds aangeeft. De waarde van je huis doet er niet toe. Je moet immers toch wonen en je hypotheek blijft hetzelfde. Niet blind staren op de hypotheekrenteaftrek. Dit betreft slechts 50% van je betaalde rente, de andere 50% ben je gewoon kwijt aan de bank. Van het belastingvoordeel moet je ook nog eens de huurwaardeforfait aftrekken want die hoef je niet te betalen indien je geen hypotheek hebt. Heb je naast je hypotheek nog een beleggingsportfolio, dan moet je bovendien van de aftrek ook nog 1,2% Box 3 aftrekken. Want het huis waarin je woont is vrij van box 3 en je beleggingsportfolio niet.
Vervolgens, mocht je werkloos worden, heb je in ieder geval niet meer de zware hypotheeklasten elke maand indien je nu al vervroegd wat aflost. Bovendien levert renteaftrek heel wat minder op bij een lage WW-uitkering omdat je dan in een lagere belastingschijf valt. Angst dat je eigen huis ooit de nieuwe melkkoe wordt van de overheid hoef je ook niet te zijn. De enige weg van de overheid is namelijk te stimuleren om je hypotheek af te lossen. Een andere keuze hebben ze niet want de huizenmarkt zit op slot mede door de hoge belastingen. Denk maar aan het verlagen van de overdrachtsbelasting.
Volgende voordeel is dat je bij geen of lage hypotheek jouw eventuele levensverzekering kunt opdoeken/afkopen. Vaak woekerpolissen en soms ingebouwd in de hypotheek. Dit moet je dan ook zeker opzeggen omdat de premie hiervoor in geen verhouding staat met het risico dat er niet meer is bij lagere hypotheekschuld, of klein genoeg om zelf te dragen.
Aflossen hypotheek is ook een koopkrachtverbetering naar de toekomst. Naar mijn mening heb je het daar ook het hardste nodig.
Dus beleggen in je eigen huis is zeker winstgevend, veilig en absoluut het overwegen waard.
Het enige risico wat je loopt is dat het huis ooit genationaliseerd wordt indien er een andere politieke wind gaat waaien. Maar dat weten we allemaal niet. Alleen als je nog jong en flexibel bent en overweegt om ooit te gaan emigreren zou ik zeker niet kiezen voor een eigen huis.
Goud en zilver
Komen we op de volgende activa van de algemene spreiding van het beleggingsvermogen, de 25% goud en zilver. Dit moet gezien worden als een verzekering van je cash geld. Het is in feite een onderliggende waarde voor je geld. Net zoals aandelen dat ook zijn voor de intrinsieke waarde van het bedrijf waarin je belegd. Net zoals aandelen kunnen goud en zilver ook flink dalen en stijgen. Dus ook goud en zilver blijft het tegengewicht in de hele weegschaal. Wat inhoud, bijkopen bij ondergewicht, verkopen in overgewicht zodat het 25% gewicht behouden blijft. Handig hierbij is dat je naast fysiek ook een beetje PHYS of PSLV in portfolio opneemt. Met fysiek moet je niet gaan handelen. Die laat je mooi in de kluis op Schiphol liggen.
Door fysiek goud en zilver niet op te geven in box 3 als belegging maar voor de belasting aan te houden als verzameling, is dat geheel belastingvrij. Dit kan en mag mits verzameling aantoonbaar en aannemelijk is. De bedragen moeten natuurlijk wel in het redelijke liggen. Daarmee zit je met 25% van het beleggingsvermogen wel goed. Als verzameling aanhouden heeft daarnaast nog een voordeel bij eventueel overlijden en erfenis. Dit wordt door de fiscus zwaar belast. Nabestaanden omzeilen hiermee legaal de successierechten. Het vervangt zodoende tevens de noodzaak van een levensverzekering. Dit geldt alleen voor fysiek en natuurlijk niet bij goud-trackers die je wel in box 3 moet opgeven.
Let wel: Goud wordt altijd gezien als beleggingsobject en is zodoende ook vrijgesteld van BTW bij de aankoop. Enkel zilveren munten bevatten enige vorm van verzamelwaarde en kunnen dus in sommige gevallen als verzamelobject worden beschouwd. Meer informatie hierover kunt u teruglezen in het fiscale memo van PwC.
Aandelen
De laatste van de vier activa waarop je portfolio gebaseerd hoort te zijn, aandelen en opties. Dit is misschien wel de meest winstgevende activa, maar ook tevens de meest verliesgevende in foute tijden. Vergeet hierbij niet dat we nu in een berenmarkt zitten vanaf 2000. Zowel Elliott Wave en Fibonacci als Kondratieff geven aan dat die berenmarkt tot minimaal 2019 zal duren. Toch zien we soms stijgingen van 100% binnen een jaar (2009). Maar vergeet niet dat 50% daling daarna 100% stijging nodig heeft om dit verlies weer goed te maken. Om toch winst te maken met aandelen moet je tegen de wind in zeilen. Het vereist een totaal andere aanpak dan het oude vertrouwde “buy and hold”.
Waarom spreiden en evenwichtig houden van de sectoren zo belangrijk is, laten onderstaande twee grafieken duidelijk zien. Duidelijk is te zien dat het geld van de ene sector in de andere stroomt. Consumer zijn vaak hoogdividend-aandelen en die zijn nu populair. Zitten we op een opslagpunt nu? Weten we niet, maar het evenwicht in balans houden zal automatisch leiden tot wat verkoop van de consumer-sector en bijkoop van goldminers. Toch had je in het afgelopen jaar geen tot weinig verlies hoeven afboeken op de goldmine-sector. En dat dankzij opties. Eigenlijk ben ik stellig van mening dat je niet in aandelen moet beleggen zonder gebruik te maken van opties. In deel 2 ga ik daar dieper op in en laat zien hoe opties daarbij kunnen helpen.


Disclaimer: De mening van Gerard als columnist is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.
Beleggen doet ieder voor zich om verschillende redenen maar het doel blijft gelijk, je kapitaal doorschuiven naar de toekomst. Op deze site zijn we natuurlijk allemaal beleggers, anders kom je hier niet.
In Kondratieff lente en herfst is beleggen niet zo moeilijk. Dan is het bijna onmogelijk geld te verliezen met beleggen. Zelfs een spaarrekening levert dan nog vermogensgroei op. Maar beleggen in een Kondratieff wintertijd is anders. Wintertijd staat gelijk aan “Grote depressie” en “schuldencrisis”. Een periode in de 80-jarige economische cyclus waarin de schulden te hoog zijn opgelopen om af te lossen. Dit werd in het verleden altijd gevolgd door een eindfase waarop een totale reset van de economie volgde. De laatste was in 1949. Deze winter was in 2008 begonnen en deze fase zal zo’n 20 jaar duren en toont steeds andere problemen en gezichten. Naast sociale onrust, werkeloosheid, armoede, politieke veranderingen, vaak ook oorlog, blijft altijd de rode draad zichtbaar, “schulden”.
Hoe moet je nu beleggen met zulke zwarte vooruitzichten?
95% van de particuliere beleggers verliest geld in deze periode is uit vele onderzoeken gebleken. Terwijl vooral banken al die verliezen gewoon van de beursvloer opdweilen en megawinsten maken. Wat doet de particuliere belegger verkeerd en hoe moet het dan wel? Welke rol speelt goud en zilver hierin? Had je alleen in goud en zilver belegd het afgelopen jaar, dan kijk je nu aan tegen megaverliezen. Had je belegd in dividendaandelen zoals Disney, Coca Cola of Colgate, dan had je megawinsten geboekt het afgelopen jaar. Maar hoe weet je dat van tevoren? Dit kun je niet weten. Toch is er een eenvoudige manier om automatisch en op tijd hier in te stappen. Je houd een “gewogen” portfolio aan. Een spreiding waarin alle sectoren aanwezig zijn en waarin je probeert alle sectoren even groot te houden.
Als voorbeeld: Stel dat je in de sector mijnbouw en consument en media had belegd ieder voor 50%. Je zou dan maandelijks streven naar die 50% evenwicht. Dan had je vorig jaar automatisch je mijnaandelen ingewisseld voor o.a. DIS, KO, CL, AMZN, enz. Ook dan had je bijna onmogelijk kunnen verliezen. We staan nu misschien kort aan het punt dat je DIS, KO of CL weer zou moeten inwisselen voor zilvermijnaandelen. Maar dat weten we niet zeker. De “gewogen” portfolio wijst je automatisch de weg. Een gewogen portfolio is niet anders dan een weegschaal die je in evenwicht houdt. Een belangrijk punt hierbij is dat je nooit winst moet nemen. Winsten laat je lekker doorlopen. Je moet alleen de verliezen beperken. De hele financiële wereld is een grote weegschaal. Ga daar dan ook lekker in mee. Als bijvoorbeeld de grondstoffensector op z’n dieptepunt ligt, dan kan het alleen maar omhoog ten koste van een andere sector. De gewogen portfolio leidt je daar automatisch naar toe.
Maar op dit systeem van aandelenbeleggen en hoe verliezen afdekken kom ik in een volgend deel nog op terug.
Voordat je in aandelen belegt is het aan te bevelen eerst te kijken naar de “gewogen” totale portfolio. Dan komen we bij de permanente portfolio van Harry Browne. Dit houdt in dat je het totale vermogen verdeeld over vier activa van elk 25%. Dit zijn aandelen, obligaties, cash geld en fysiek goud en zilver. Maandelijks ga je deze vier activa steeds weer opnieuw in evenwicht brengen. Deze weegschaal werkt op dezelfde manier als hierboven omschreven in de aandelensectoren. Kijk voor meer informatie eens op de site www.marcdemesel.be. Deze site laat je ook zien dat dit werkt!
Marc Faber hamert ook altijd op deze methode. Alleen vervangt hij obligaties voor “real estate”, je eigen huis dus. Daar ben ik het wel mee eens want wie koopt nu nog Duitse staatsleningen voor 10+ jaar voor 1,2%? En bedrijfsobligaties zie ik in deze tijd ook niet zo zitten.
Hieronder kort de verschillende vier activa waarbij ik ook het eigen huis heb gezet als belegging indien je dit in de plaats van obligatie zou willen zetten. Ieders persoonlijke situatie zit natuurlijk anders in elkaar.
Cash geld
Cash heeft op een spaarrekening heel wat meer opgeleverd dan bijvoorbeeld de AEX waarop je vanaf 2000 50% verlies zou hebben geboekt. Zelf heb ik cash vooral zitten in US, Canadese en Australische dollars in de Forex. Helaas vorig ook in Zwitserse Franc, dus helemaal risicovrij is dit natuurlijk ook niet. Daarnaast heb ik ook wat cash op een spaarrekening staan, want ik moet ook ergens van leven.
Obligaties
Rechtstreeks in staatsleningen beleggen is als particulier vaak niet mogelijk. Soms kan het wel via de bank. Rabobank heeft hiervoor o.a. ledencertificaten, maar zo heeft elke bank wel iets. Bijna altijd zijn obligaties achtergesteld (vallen buiten het garantiestelsel). Beter is dit deel te beleggen in obligatie-ETF’s. En dan bij voorkeur de BRIC landen die nog gezonde schulden hebben. Een van de beste vind ik PCY van Proshares, maar er zijn meerdere. Met EXX6 beleg je in langlopende Duitse staatsleningen. Rendement is minimaal, maar het risico ook (voorlopig). Een beetje spreiding moet je hier ook wel aanhouden. Met obligaties moet je vooral denken aan 15+, of liever nog, 20+. Hierop zijn veel hogere koerswinsten te behalen. Winsten van 30% of meer in korte tijd zijn ook voor langlopende obligaties geen uitzondering. Alleen moet je 20+ obligaties kopen wanneer de rente hoog staat. Bij daling van de rente stijgt dan de koers. Bij de huidige rentestand kan je onmogelijk nog winst verwachten.
Eigen huis
Beleggen in je eigen huis is misschien wel het meest veilig en winstgevend, zoals ook Marc Faber steeds aangeeft. De waarde van je huis doet er niet toe. Je moet immers toch wonen en je hypotheek blijft hetzelfde. Niet blind staren op de hypotheekrenteaftrek. Dit betreft slechts 50% van je betaalde rente, de andere 50% ben je gewoon kwijt aan de bank. Van het belastingvoordeel moet je ook nog eens de huurwaardeforfait aftrekken want die hoef je niet te betalen indien je geen hypotheek hebt. Heb je naast je hypotheek nog een beleggingsportfolio, dan moet je bovendien van de aftrek ook nog 1,2% Box 3 aftrekken. Want het huis waarin je woont is vrij van box 3 en je beleggingsportfolio niet.
Vervolgens, mocht je werkloos worden, heb je in ieder geval niet meer de zware hypotheeklasten elke maand indien je nu al vervroegd wat aflost. Bovendien levert renteaftrek heel wat minder op bij een lage WW-uitkering omdat je dan in een lagere belastingschijf valt. Angst dat je eigen huis ooit de nieuwe melkkoe wordt van de overheid hoef je ook niet te zijn. De enige weg van de overheid is namelijk te stimuleren om je hypotheek af te lossen. Een andere keuze hebben ze niet want de huizenmarkt zit op slot mede door de hoge belastingen. Denk maar aan het verlagen van de overdrachtsbelasting.
Volgende voordeel is dat je bij geen of lage hypotheek jouw eventuele levensverzekering kunt opdoeken/afkopen. Vaak woekerpolissen en soms ingebouwd in de hypotheek. Dit moet je dan ook zeker opzeggen omdat de premie hiervoor in geen verhouding staat met het risico dat er niet meer is bij lagere hypotheekschuld, of klein genoeg om zelf te dragen.
Aflossen hypotheek is ook een koopkrachtverbetering naar de toekomst. Naar mijn mening heb je het daar ook het hardste nodig.
Dus beleggen in je eigen huis is zeker winstgevend, veilig en absoluut het overwegen waard.
Het enige risico wat je loopt is dat het huis ooit genationaliseerd wordt indien er een andere politieke wind gaat waaien. Maar dat weten we allemaal niet. Alleen als je nog jong en flexibel bent en overweegt om ooit te gaan emigreren zou ik zeker niet kiezen voor een eigen huis.
Goud en zilver
Komen we op de volgende activa van de algemene spreiding van het beleggingsvermogen, de 25% goud en zilver. Dit moet gezien worden als een verzekering van je cash geld. Het is in feite een onderliggende waarde voor je geld. Net zoals aandelen dat ook zijn voor de intrinsieke waarde van het bedrijf waarin je belegd. Net zoals aandelen kunnen goud en zilver ook flink dalen en stijgen. Dus ook goud en zilver blijft het tegengewicht in de hele weegschaal. Wat inhoud, bijkopen bij ondergewicht, verkopen in overgewicht zodat het 25% gewicht behouden blijft. Handig hierbij is dat je naast fysiek ook een beetje PHYS of PSLV in portfolio opneemt. Met fysiek moet je niet gaan handelen. Die laat je mooi in de kluis op Schiphol liggen.
Door fysiek goud en zilver niet op te geven in box 3 als belegging maar voor de belasting aan te houden als verzameling, is dat geheel belastingvrij. Dit kan en mag mits verzameling aantoonbaar en aannemelijk is. De bedragen moeten natuurlijk wel in het redelijke liggen. Daarmee zit je met 25% van het beleggingsvermogen wel goed. Als verzameling aanhouden heeft daarnaast nog een voordeel bij eventueel overlijden en erfenis. Dit wordt door de fiscus zwaar belast. Nabestaanden omzeilen hiermee legaal de successierechten. Het vervangt zodoende tevens de noodzaak van een levensverzekering. Dit geldt alleen voor fysiek en natuurlijk niet bij goud-trackers die je wel in box 3 moet opgeven.
Aandelen
De laatste van de vier activa waarop je portfolio gebaseerd hoort te zijn, aandelen en opties. Dit is misschien wel de meest winstgevende activa, maar ook tevens de meest verliesgevende in foute tijden. Vergeet hierbij niet dat we nu in een berenmarkt zitten vanaf 2000. Zowel Elliott Wave en Fibonacci als Kondratieff geven aan dat die berenmarkt tot minimaal 2019 zal duren. Toch zien we soms stijgingen van 100% binnen een jaar (2009). Maar vergeet niet dat 50% daling daarna 100% stijging nodig heeft om dit verlies weer goed te maken. Om toch winst te maken met aandelen moet je tegen de wind in zeilen. Het vereist een totaal andere aanpak dan het oude vertrouwde “buy and hold”.
Waarom spreiden en evenwichtig houden van de sectoren zo belangrijk is, laten onderstaande twee grafieken duidelijk zien. Duidelijk is te zien dat het geld van de ene sector in de andere stroomt. Consumer zijn vaak hoogdividend-aandelen en die zijn nu populair. Zitten we op een opslagpunt nu? Weten we niet, maar het evenwicht in balans houden zal automatisch leiden tot wat verkoop van de consumer-sector en bijkoop van goldminers. Toch had je in het afgelopen jaar geen tot weinig verlies hoeven afboeken op de goldmine-sector. En dat dankzij opties. Eigenlijk ben ik stellig van mening dat je niet in aandelen moet beleggen zonder gebruik te maken van opties. In deel 2 ga ik daar dieper op in en laat zien hoe opties daarbij kunnen helpen.
Disclaimer: De mening van Gerard als columnist is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.