Geschreven door Jeff Nielson. Vrije vertaling.
Regelmatige lezers zijn bekend met mijn positie in zilver: de fundamenten van vraag en aanbod maken het onvermijdelijk dat de zilverprijs zal stijgen tot een driecijferig getal. Bijna zeker ook nog dit decennium. Het zal dus voor sommigen als een verrassing komen om van mij te horen dat ik waarschijnlijk te conservatief ben geweest in mijn vooruitzichten.
Recent overdacht ik dit onderwerp terwijl ik het genoegen had om een Bullion Bulls interview te houden met niemand minder dan GATA’s Adrian Douglas. Terwijl ik mijn huiswerk voor het interview deed kwam ik een ander interview van Douglas tegen. In dit interview bracht hij een aantal interessante aspecten naar boven over de prijsstelling van edelmetalen, en zilver in het bijzonder.
Het eerste punt dat Douglas maakt in dit interview is dat als je simpel kijkt naar de progressie van de zilver voorraden (dat wil zeggen haar snelle uitputting), zilver hard op weg is om uitgeput te raken als element uit het periodiek systeem. Specifieker gezegd, hij verwacht dat zilver al in 2020 op is.
De tweede interessante observatie van het interview is de vergelijking tussen de recycling van goud en de recycling van zilver. Hij wijst er hier op dat vrijwel al het goud gerecycled wordt. (Hierin gaat Adrian Douglas nog iets verder door te stellen dat dit exact de reden is waarom goud het perfecte monetaire metaal is: Het blijft vrijwel voor 100% behouden in onze samenleving). Bij zilver daarentegen wordt maar een klein deel van het industriële zilver gerecycled. Dit is de reden waarom het ook dreigt uit te putten.
Een reden hiervoor is dat het zilver dat wordt gebruikt voor industriële doeleinden in een dusdanig kleine hoeveelheid worden gebruikt dat het economisch gezien niet loont om dit te recyclen. Het wordt pas interessant om het zilver te recyclen als de prijs naar een veel hoger niveau stijgt.
Uiteraard zal de marktwerking ervoor zorgen dat het aanbod zilver nooit uitgeput zal raken . Echter, de wereldwijde voorraden zijn nagenoeg verdwenen. Dit betekent dat de zilverprijs zal moeten stijgen naar een niveau dat het zilver dat voor industriële doeleinden wordt gebruikt ook weer wordt gerecycled, zodat de voorraden niet verder uitgeput raken.
En dit komt op een moment dat de industriële toepassingen voor zilver juist pas in de kinderschoenen staat. Regelmatige lezers hebben mij hier al eerder wat over horen zeggen in eerdere aangelegenheden. Ik zal de discussie kort houden door alleen al te wijzen op de verschillende redenen waarom de industriële vraag naar zilver snel moet blijven stijgen, ongeacht de prijs. In veel van de industriële toepassingen is zilver veel beter dan elk ander materiaal of is het totaal uniek. (zoals bij haar anti-bacteriële eigenschappen). Hierdoor is haar substitutie effect heel erg laag, of zelfs nihil. Het is ook het meest veelzijdige metaal, er worden voor geen enkel metaal zoveel octrooien aangevraagd als voor zilver.
Het wordt in veel van onze meest dynamische “high-tech†sectoren gebruikt. Het gebruik verschilt tussen een component voor een computer, zonne energie, en een bijna oneindig aantal gloednieuwe hygiënische toepassingen in bijvoorbeeld kleding. Het moet gezegd worden dat de industriële vraag voor zilver maar één aspect is van de vraag. We moeten niet de vraag vergeten naar zilveren juwelen en het zilver dat wordt gekocht/vastgehouden door investeerders. Omdat zilver al decennia lang te laag is geprijsd en ook al decennia lang teveel wordt geconsumeerd is het mogelijk dat de voorraden met ongeveer 90% zijn afgenomen. De investeringsvraag naar zilver is dramatisch toegenomen in de afgelopen jaren omdat veel investeerders een duidelijke investeringskans in zilver herkennen. Gezien het feit dat zilver nog altijd veel te laag is geprijsd kunnen we ervan uitgaan dat de investeringsvraag sterk blijft. Dit zal zelfs zo zijn als de zilverprijs met een veelvoud van de huidige prijs stijgt.
Aan de aanbodzijde is ondanks een verviervoudiging van de zilverprijs niet een hele snelle toename geweest van het aanbod. Een deel is te wijten aan het feit dat zilver (letterlijk) wordt geproduceerd als bijproduct van andere mijnbouw. Dit is op zichzelf een bewijs van hoe slecht zilver geprijsd is. Ten tweede zijn primaire zilver producenten (mijnen waar zilver het belangrijkste gedolven metaal is) erg traag met het opvoeren van haar productie. Dit is een tweede bewijs dat zilver ondergewaardeerd wordt.
Een ander vooruitzicht aan de vraag zijde is dat het aanbod van overheidsvoorraden opgedroogd is. (Wat een verrassing!) Dus, zoals ik in het begin aangaf, het is zeer aannemelijk dat de zilverprijs stijgt naar een getal van drie cijfers. De interessant vraag is, welk cijfer is het eerste nummer?
In dat opzicht bied ik u vier sleutel factoren die mij sterken in de verwachting dat het eerste cijfer dichter bij een zit dan bij de ander. We kunnen zelfs niet uitsluiten dat de zilverprijs dit decennium op een moment stijgt naar $1000/oz.
- Uitgeputte voorraden, nu nog verborgen door valse boekhouding;
- Extreem inelastische industriële vraag;
- De herontdekking van zilver als sieraad;
- Investeringsvraag.
Hoewel niet één van de vier bovenstaande punten compleet nieuw is, verwacht ik dat deze in combinatie met elkaar een veel grotere impact hebben dan tot nu toe werd verwacht. Met name het eerste component, de zilvervoorraden, zal een grote invloed hebben. Tijdens mijn onderzoek voor het schrijven van dit stuk heb ik getracht om recente informatie over de wereldwijde zilvervoorraden te krijgen. Nu kan het aan mijn onderzoekskwaliteiten liggen maar ik kon niks vinden. Ook bij andere zilver analisten vond ik geen recentere ramingen dan 2008. Dit is al curieus, maar wat nog curieuzer is, is dat ik bij The Silver Institute niet langer in staat was om informatie op te vragen over zilvervoorraden. Er wordt veel geschreven over vraag en aanbod maar niets over voorraden. Maar je kan natuurlijk niet praten over aanbod zonder de voorraden te bespreken! Dit betekent dat het onmogelijk is om de gegevens over vraag en aanbod te valideren.

Met andere woorden, de enige manier om te weten of we een fout hebben gemaakt in het rapporteren van de zilver vraag en/of aanbod is als we actuele informatie hebben over de veranderingen in de voorraad. Zonder deze gegevens kunnen de adviseurs die de wereld voorzien van quasi-officiële informatie over vraag en aanbod (de CPM groep en Gold Field Mine Services GFMS, elke cijfer opgeven die ze willen. Dit kan namelijk nooit worden gecontroleerd.
Zowel CPM groep als GFMS opereren hand in hand met de zogenaamde bullion bank. Dit kwam al naar voren bij de recente CFTC hoorzittingen, waar bleek dat Jeffrey Christian van de CPM groep samenwerkt met Goldman Sachs. Het is dus niet onredelijk om te denken dat informatie bewust wordt achtergehouden.
In deel 2 van deze serie, duik ik in de vier eerder genoemde sleutelfactoren, waarbij ik start met een nadere blik op wat we wel weten van de wereldwijde zilver voorraden en waarom dit uiteindelijk leidt tot een prijs-spiraal.
Geschreven door Jeff Nielson. Vrije vertaling.
Regelmatige lezers zijn bekend met mijn positie in zilver: de fundamenten van vraag en aanbod maken het onvermijdelijk dat de zilverprijs zal stijgen tot een driecijferig getal. Bijna zeker ook nog dit decennium. Het zal dus voor sommigen als een verrassing komen om van mij te horen dat ik waarschijnlijk te conservatief ben geweest in mijn vooruitzichten.
Recent overdacht ik dit onderwerp terwijl ik het genoegen had om een Bullion Bulls interview te houden met niemand minder dan GATA’s Adrian Douglas. Terwijl ik mijn huiswerk voor het interview deed kwam ik een ander interview van Douglas tegen. In dit interview bracht hij een aantal interessante aspecten naar boven over de prijsstelling van edelmetalen, en zilver in het bijzonder.
Het eerste punt dat Douglas maakt in dit interview is dat als je simpel kijkt naar de progressie van de zilver voorraden (dat wil zeggen haar snelle uitputting), zilver hard op weg is om uitgeput te raken als element uit het periodiek systeem. Specifieker gezegd, hij verwacht dat zilver al in 2020 op is.
De tweede interessante observatie van het interview is de vergelijking tussen de recycling van goud en de recycling van zilver. Hij wijst er hier op dat vrijwel al het goud gerecycled wordt. (Hierin gaat Adrian Douglas nog iets verder door te stellen dat dit exact de reden is waarom goud het perfecte monetaire metaal is: Het blijft vrijwel voor 100% behouden in onze samenleving). Bij zilver daarentegen wordt maar een klein deel van het industriële zilver gerecycled. Dit is de reden waarom het ook dreigt uit te putten.
Een reden hiervoor is dat het zilver dat wordt gebruikt voor industriële doeleinden in een dusdanig kleine hoeveelheid worden gebruikt dat het economisch gezien niet loont om dit te recyclen. Het wordt pas interessant om het zilver te recyclen als de prijs naar een veel hoger niveau stijgt.
Uiteraard zal de marktwerking ervoor zorgen dat het aanbod zilver nooit uitgeput zal raken . Echter, de wereldwijde voorraden zijn nagenoeg verdwenen. Dit betekent dat de zilverprijs zal moeten stijgen naar een niveau dat het zilver dat voor industriële doeleinden wordt gebruikt ook weer wordt gerecycled, zodat de voorraden niet verder uitgeput raken.
En dit komt op een moment dat de industriële toepassingen voor zilver juist pas in de kinderschoenen staat. Regelmatige lezers hebben mij hier al eerder wat over horen zeggen in eerdere aangelegenheden. Ik zal de discussie kort houden door alleen al te wijzen op de verschillende redenen waarom de industriële vraag naar zilver snel moet blijven stijgen, ongeacht de prijs. In veel van de industriële toepassingen is zilver veel beter dan elk ander materiaal of is het totaal uniek. (zoals bij haar anti-bacteriële eigenschappen). Hierdoor is haar substitutie effect heel erg laag, of zelfs nihil. Het is ook het meest veelzijdige metaal, er worden voor geen enkel metaal zoveel octrooien aangevraagd als voor zilver.
Het wordt in veel van onze meest dynamische “high-tech†sectoren gebruikt. Het gebruik verschilt tussen een component voor een computer, zonne energie, en een bijna oneindig aantal gloednieuwe hygiënische toepassingen in bijvoorbeeld kleding. Het moet gezegd worden dat de industriële vraag voor zilver maar één aspect is van de vraag. We moeten niet de vraag vergeten naar zilveren juwelen en het zilver dat wordt gekocht/vastgehouden door investeerders. Omdat zilver al decennia lang te laag is geprijsd en ook al decennia lang teveel wordt geconsumeerd is het mogelijk dat de voorraden met ongeveer 90% zijn afgenomen. De investeringsvraag naar zilver is dramatisch toegenomen in de afgelopen jaren omdat veel investeerders een duidelijke investeringskans in zilver herkennen. Gezien het feit dat zilver nog altijd veel te laag is geprijsd kunnen we ervan uitgaan dat de investeringsvraag sterk blijft. Dit zal zelfs zo zijn als de zilverprijs met een veelvoud van de huidige prijs stijgt.
Aan de aanbodzijde is ondanks een verviervoudiging van de zilverprijs niet een hele snelle toename geweest van het aanbod. Een deel is te wijten aan het feit dat zilver (letterlijk) wordt geproduceerd als bijproduct van andere mijnbouw. Dit is op zichzelf een bewijs van hoe slecht zilver geprijsd is. Ten tweede zijn primaire zilver producenten (mijnen waar zilver het belangrijkste gedolven metaal is) erg traag met het opvoeren van haar productie. Dit is een tweede bewijs dat zilver ondergewaardeerd wordt.
Een ander vooruitzicht aan de vraag zijde is dat het aanbod van overheidsvoorraden opgedroogd is. (Wat een verrassing!) Dus, zoals ik in het begin aangaf, het is zeer aannemelijk dat de zilverprijs stijgt naar een getal van drie cijfers. De interessant vraag is, welk cijfer is het eerste nummer?
In dat opzicht bied ik u vier sleutel factoren die mij sterken in de verwachting dat het eerste cijfer dichter bij een zit dan bij de ander. We kunnen zelfs niet uitsluiten dat de zilverprijs dit decennium op een moment stijgt naar $1000/oz.
Hoewel niet één van de vier bovenstaande punten compleet nieuw is, verwacht ik dat deze in combinatie met elkaar een veel grotere impact hebben dan tot nu toe werd verwacht. Met name het eerste component, de zilvervoorraden, zal een grote invloed hebben. Tijdens mijn onderzoek voor het schrijven van dit stuk heb ik getracht om recente informatie over de wereldwijde zilvervoorraden te krijgen. Nu kan het aan mijn onderzoekskwaliteiten liggen maar ik kon niks vinden. Ook bij andere zilver analisten vond ik geen recentere ramingen dan 2008. Dit is al curieus, maar wat nog curieuzer is, is dat ik bij The Silver Institute niet langer in staat was om informatie op te vragen over zilvervoorraden. Er wordt veel geschreven over vraag en aanbod maar niets over voorraden. Maar je kan natuurlijk niet praten over aanbod zonder de voorraden te bespreken! Dit betekent dat het onmogelijk is om de gegevens over vraag en aanbod te valideren.
Met andere woorden, de enige manier om te weten of we een fout hebben gemaakt in het rapporteren van de zilver vraag en/of aanbod is als we actuele informatie hebben over de veranderingen in de voorraad. Zonder deze gegevens kunnen de adviseurs die de wereld voorzien van quasi-officiële informatie over vraag en aanbod (de CPM groep en Gold Field Mine Services GFMS, elke cijfer opgeven die ze willen. Dit kan namelijk nooit worden gecontroleerd.
Zowel CPM groep als GFMS opereren hand in hand met de zogenaamde bullion bank. Dit kwam al naar voren bij de recente CFTC hoorzittingen, waar bleek dat Jeffrey Christian van de CPM groep samenwerkt met Goldman Sachs. Het is dus niet onredelijk om te denken dat informatie bewust wordt achtergehouden.
In deel 2 van deze serie, duik ik in de vier eerder genoemde sleutelfactoren, waarbij ik start met een nadere blik op wat we wel weten van de wereldwijde zilver voorraden en waarom dit uiteindelijk leidt tot een prijs-spiraal.